Sinds J.J.R Tolkien zijn Midden-aarde vulde met prachtig uitgewerkte talen zoals Quenya en Sindarin, zijn fantasytalen een onomstotelijk onderdeel van het fantastische genre geworden. Je kunt bijna geen (epische) fantasy schrijven zonder hier en daar een fantasiewoordje te verzinnen, en sommige schrijvers durven het zelfs aan een volledig eigen taal uit te werken. Een verzonnen taal kan dan ook veel betekenen voor je wereldbouw, en kan je setting net wat meer realisme geven. Ben je zelf bezig met het schrijven van een fantasytaal voor je verhaal, of weet je niet waar je moet beginnen?
Tolkien en taal
Een naam waar je niet omheen kunt wanneer je het hebt over fantasytalen, is natuurlijk J.R. Tolkien. Tolkien begon al met het bedenken van talen toen hij dertien jaar oud was. Het was een kunst die hij gedurende zijn leven beoefende en uitwerkte. De fantasytalen die hij bedacht speelden dan ook een grote rol in zijn verhalen en de mythologie in zijn boeken. Een taal is niet compleet zonder de geschiedenis van degenen die de taal spraken, vond hij. In een van zijn brieven schreef hij dat voor hem de naam altijd eerst kwam, en dan pas het verhaal dat erbij hoorde.
Voor Midden-aarde ontwikkelde hij niet alleen de elventalen Sindarin en Quenya, maar ook de talen waar deze twee van afstammen. Zo kun je met de talen van Tolkien een hele stamboom reconstrueren, waarbij de nieuwere taal een ontwikkeling is op de oudere. De mensentalen zoals Westron hadden invloeden van elventalen en de dwergentalen, zoals Khuzdul. De Valar hadden hun eigen Valarin, en ook de slechterikken kregen een eigen taal: Black Speech. Waar hij de elventalen naar zijn eigen ideaalbeeld van een artistieke en esthetische taal maakte, was de Black Speech het omgekeerde: een parodie op een hulptaal die verschillende volken zouden moeten kunnen spreken en waar identiteit verloren gaat. Op die manier vormen de talen in Tolkien’s werk een samenhangend netwerk en beïnvloeden ze elkaar, terwijl ze zelf ook continu in beweging zijn. Net zoals de talen in de echte wereld, eigenlijk.
Dat Tolkien zoveel talen ontwikkelde voor zijn verhalen, was geen toeval. Hij was niet alleen schrijver, maar ook filoloog (een taalkundige) gespecialiseerd in Germaanse talen (met name Oud Engels). Hij werkte tot zijn dood aan zijn fictieve talen, hun geschiedenis en grammatica. Hierdoor voelen de talen die je tegenkomt in The Lord of the Rings ongekend realistisch en geleefd. Waar hij wordt gezien als de vader van het fantastische genre (of in ieder geval het ‘volwassen sprookje’), kun je hem ook zien als vader van de fantastische talen.
Van Klingon tot Dothraki
Tegenwoordig kun je fantasy en conlangs (constructed languages, verzonnen talen dus) bijna niet meer los van elkaar zien. In films en series komt het regelmatig voor dat er plotseling een verzonnen taal wordt gesproken en je haastig de ondertiteling moet lezen om te volgen wat er gebeurt. Soms zijn dit talen die alleen uit een paar woorden en zinnen bestaan (denk aan de oudere Star Wars films, waar Jabba Huttese praat), maar soms ook talen met een volledig functionele grammatica (denk aan Avatar – ja, die met de blauwe aliens. De Na’vi-taal bestond uit 30 woorden tot een taalkundige ermee aan de haal ging en de morfologie, syntaxis en vocabulair uitwerkte). Ook Klingon en Dothraki (Star Trek en Game of Thrones) zijn compleet functionele talen compleet met regels, vocabulaire en grammatica, en in het geval van Klingon zelfs een eigen script.
Ook in geschreven fictie kom je veel fantasytalen tegen. Ze kunnen helpen een verzonnen wereld realistischer te laten voelen, vooral wanneer de personages door verschillende landen of gebieden reizen. In De Kleuren van Magie van V.E. Schwab worden in de verschillende Londens ook verschillende talen gesproken, wat de lezer helpt ze van elkaar te onderscheiden en hen het gevoel geeft dat ze echt in een andere wereld zijn wanneer het over bijvoorbeeld het Rode Londen gaat.
Wereldbouw en fantasytalen
Het bedenken van een taal begint vaak bij de worldbuilding. Of andersom, als je zoals Tolkien bent: dan begint de worldbuilding bij het bedenken van een taal. Het is hoe dan ook belangrijk dat de wereld waar je personages in leven en de taal die ze spreken met elkaar verstrengeld zijn. Een fantasytaal kan je op die manier ook helpen om je setting herkenbaar te maken voor de lezer, of een bepaald tintje te geven. Schrijf je bijvoorbeeld in een setting die geïnspireerd is op het oude Rome, dan kun je dat gemakkelijker overbrengen door ook wat Romeinse termen te gebruiken, of woorden die daarop lijken.
Ook de klank en vormgeving van de namen van je personages kunnen banden hebben met de talen die ze spreken. Kijk maar naar het Nederlands: alle elementen die onze taal te bieden heeft kunnen terugkomen in Nederlandse namen. Een naam als ‘Brechtje’ voelt natuurlijk voor een Nederlander, maar een Engelsman of Egyptenaar zal zijn kind niet snel zo noemen. Werk je per regio in je verhaal de (basis) van een taal uit, dan is het ook leuk om met de namen te spelen. De lezers kunnen veel informatie uit die namen halen. Heten de personages in het verhaal dat je leest ‘Yannis’, ‘Dimitris’ en ‘Nicholas’, en kom je opeens een personage tegen dat ‘Zhang’ heet, dan weet je zonder enige context dat dat personage waarschijnlijk uit een ander deel van de wereld komt, of ouders heeft die een andere afkomst hebben. Je kunt waarschijnlijk ook raden dat Yannis, Dimitris en Nicholas uit Griekenland komen, of een fantasy-land dat gebaseerd is op Griekenland, en Zhang uit China. Zo kun je de fantasytaal en de namen van je personages met elkaar verweven en de worldbuilding in je verhaal de schijn van realisme geven.
Je leest wel eens fantasyboeken waar personages een heel continent doorkruisen, maar niemand tegenkomen die een andere taal spreekt dan zij zelf. Op zich niet gek: een taal verzinnen kost tijd en moeite, en een taalbarrière maakt het schrijven er niet makkelijker op. Natuurlijk is het in veel settings onrealistisch dat iedereen op de wereld dezelfde taal spreekt. Taal is geen vaststaand iets, maar fluïde, en altijd in beweging. Probeer maar eens een Nederlandse tekst van een paar honderd jaar geleden te lezen! Leven verschillende groepen mensen op grote afstand van elkaar, dan zullen er vanzelf ook nieuwe talen ontstaan.
Realisme hoeft natuurlijk geen einddoel te zijn (en 100% realisme is in fictie überhaupt onhaalbaar- en onwenselijk, naar mijn mening), en de keuze om iedereen dezelfde taal te laten spreken (of helemaal geen fantasytaal te bedenken) omwille van het gemak is zeker te verdedigen. Toch is het gebruiken van verschillende talen voor verschillende landen, gebieden of regio’s een leuke manier om de lezer te helpen die gebieden van elkaar te onderscheiden.
Uitstapje: Latijn als magische taal in fantasy
Zoals het gezegde gaat: ‘quidquid Latine dictum sit altum videtu’. Oftewel: alles wat in het Latijn gezegd wordt, klinkt verheven. Ik zeg altijd grappend tegen vrienden dat ik er een hekel aan heb om Latijn als fantasytaal in boeken tegen te komen, maar dat is niet helemaal waar. Ik heb er geen hekel aan als Latijn als invloed wordt gebruikt voor een fantasytaal, maar eerder wanneer er lui met Latijn wordt omgegaan. Heb je sloofse handlangers van je slechterik en wil je die een naam geven? Even Googelen wat ‘slaaf’ is in het Latijn: bam, we noemen ze servi. Als je de rest van je woorden en termen vervolgens niet letterlijk uit het Latijn kopieert, ontbreekt de samenhang.
Latijn wordt vaak gebruikt als fantasytaal. Denk maar aan Harry Potter, een serie waar Latijn letterlijk (en niet altijd even correct) als magische taal wordt gebruikt. Het klinkt exotisch, maar tegelijkertijd bekend. Dat komt omdat er in de Indo-Europese talen (waaronder Nederlands) veel Latijnse woorden en invloeden te vinden zijn. Een Latijns fantasywoord is daardoor zowel herkenbaar als mysterieus. Om terug te komen op die servus: ook als je het Latijn niet machtig bent kun je de betekenis bijna raden (elementen van het woord komen terug in woorden zoals serveerder in het Nederlands, en het Engelse ‘service’ en ‘serf’). In Harry Potter kun je ook al raden dat ‘reparo’ betekent dat er iets gerepareerd gaat worden. Dat maakt Latijn een dankbare taal om te gebruiken.
Hoe bedenk je een eigen fantasytaal?
Het bedenken van een taal is een kunst op zich. Gelukkig kun je het zo gek maken als je zelf wilt. Je kunt er zoveel tijd in steken als Tolkien en de taal het hoofddoel van je fantasyverhaal maken, of zoals George R.R. Martin alleen een paar termen en namen uitwerken (en een professional de rest laten doen wanneer je boek verfilmd wordt, natuurlijk). Kies de vorm die bij jouw verhaal, schrijfstijl en voorkeuren past. Hieronder een paar beginpuntjes!
Een volledig functionele taal bedenken
Wil je echt in de conlangs duiken en je eigen fantasytaal tot in de puntjes uitwerken, dan is het boek The Art of Language Invention een aanrader. Dit boek werd geschreven door David J. Peterson en bevat alle informatie die je nodig hebt om een kloppende, werkende taal in elkaar te zetten. Je kent Peterson misschien niet, maar zijn werk ongetwijfeld wel: hij werkte de talen Dothraki en Valyrian (en Lhazareen, Skroth, Asshai, en meer) uit voor de televisieserie Game of Thrones, en de talen voor andere fantasy- en sci-fi series zoals The Witcher en Shadow and Bone. In het boek behandelt hij verschillende onderwerpen, van de geluiden van een taal, tot het samenstellen van woorden, de grammatica, het schrift en de evolutie die levende talen ondergaan. Je kunt er werkelijk alles uithalen wat je nodig hebt. Ook erg leuk als je graag meer over de constructie en het functioneren van levende talen wilt weten.
Een taal genereren met behulp van tools
Wil je liever iets minder tijd en moeite in een fantasytaal steken, maar wel een kloppend geheel op tafel krijgen? Dan zijn er een paar tools die je vooruit kunnen helpen. Een mooi voorbeeld is Vulgar, een generator van fantasytalen. De talen die deze tool genereert zijn niet helemaal willekeurig: je kunt van tevoren instellen welke klinkers en medeklinkers je in de taal wilt laten terugkomen, kunt zelf de grammatica alvast invullen of bepaalde woorden die je zelf al hebt bedacht toevoegen. Vulgar maakt dan op basis van jouw input een functionerende taal met een set grammaticale regels, en verwerkt die in een downloadbare PDF. Daarmee heb je meteen je eigen woordenboek bij de hand! Vulgar claimt geen copyright van de talen die je ermee kunt genereren, dus je kunt het zonder zorgen gebruiken in jouw fantasyverhaal. Wel zo beleefd ze dan even te benoemen, natuurlijk!
De gulden middenweg
En dan is er de tussenweg: alleen die zinnen en woorden bedenken die je verhaal nodig heeft, zonder dat je alle grammaticale regels hoeft uit te dokteren of een studie moet wijden aan het ontstaan en evolueren van talen. In dat geval hoef je geen rekening te houden met grammatica of taalregels, maar het is natuurlijk wel leuk om je fantasytaal iets van realisme mee te geven. Denk in ieder geval aan deze tips! ↓
-
Maak het overzichtelijk voor jezelf
Maak een apart documentje waarin je de woorden, gezegdes, zinnen en regels van je taal bij kunt houden. Denk aan termen die in je verhaal voorkomen, begroetingen, verwensingen, enzovoort. Het is ook hartstikke leuk een paar fantasy-scheldwoorden te verzinnen. (Voeg die woorden vervolgens ook toe aan de spellingscheck van het programma waarin je schrijft! Dan rekent die ze niet meer fout).
-
Kijk af bij bestaande talen
Zoek naar bestaande talen die de juiste feel hebben voor jouw verhaal, en kijk af! Welke klinkers en medeklinkers komen vaak voor, en welke juist niet? Laat je je fantasytaal een beetje op een bestaande taal lijken, dan kun je je lezers op die manier wat context meegeven over de wereld of het land waarover je schrijft. Tegelijkertijd geeft het je een houvast en framework om je taal op te baseren. Wist je dat Tolkien's Sindarin bijvoorbeeld gebaseerd is op Welsh?
-
Werk een paar praktische regels uit
Wil je geen functionele taal uitwerken, maar toch een gevoel van realisme behouden? Denk dan alleen een paar simpele regeltjes uit. Hoe maak je van enkelvoud meervoud in jouw taal? En hoe zit het met de woordvolgorde (volgt de persoonsvorm op het onderwerp, of andersom)? Lezers hebben dat soort regeltjes snel in de gaten, waardoor je je fantasytaal logisch kunt laten voelen.
-
Verschillende talen in één verhaal
Heb je meerdere talen in je verhaal? Denk dan na over de manier waarop je die tot elkaar wilt laten verhouden. Zijn de volken verschillend? Dat kun je uitdrukken door ook de talen van elkaar te laten verschillen, en voor de één andere medeklinkers te gebruiken dan voor de ander. Hebben de volken juist een gedeelde oorsprong, maar zijn ze op een punt in de geschiedenis uit elkaar gegaan? Dat kun je dan juist weer laten zien door de talen of woorden overeenkomsten te laten hebben, maar nét iets te laten verschillen. Zo kun je met de taal die je personages spreken al veel context en informatie geven.
-
Welke talen spreken je personages?
Denk in dat geval ook na over de talen die jouw personage spreekt. Spreekt ze alleen haar moedertaal, of heeft ze gedurende haar leven meerdere talen geleerd? En waarom is dat zo?
Veel succes, en vooral ook veel plezier, met het bedenken van je eigen fantasytaal!
~ Joany
Wat een leuke blog! Ook zeker goede tips uitgehaald!😊
Dankjewel, dat is super fijn om te horen! Succes als je binnenkort met een fantasytaal aan de slag gaat! 💪
Pingback: Betekenisvolle namen in je fantasywereld – Papieren Zwaard